Het Europese project staat erg onder druk, iets dat ook pijnlijk duidelijk werd na het vertrek van de Britten en het afbreken van de onderhandelingen over een samenwerkingsakkoord met de Zwitsers. Op tal van vlakken komt een gezamenlijk Europees optreden te laat, of blijft het helemaal uit. Het verschuiven van het geopolitieke zwaartepunt -weg van het Europese continent- is zowel de oorzaak als het gevolg.
De Europese Unie zou zich toch stilaan bewust moeten zijn van het feit dat het enkel kan wegen en serieus genomen zal worden als het efficiënt werkt. En het heeft haar lot in eigen handen. Er komen er een aantal belangrijke testen aan. Een eerste grote uitdaging is de daadwerkelijke uitvoering van het coronaherstelfonds. Dat werd op poten gezet omwille van de corona-pandemie, maar is tegelijk ook een poging tot een ultiem gezamenlijk Europees antwoord op de structurele economische uitdagingen voor de Eurozone. Het moet nog blijken of deze inspanning zal volstaan en of de EU met haar schuldgefinancierd fonds haar afspraak met de geschiedenis zal halen.
Het coronaherstelfonds verdeelt 800 miljard euro onder de lidstaten. Iets minder dan de helft daarvan zijn giften, die niet terug betaald moeten worden. Het overgrote deel daarvan (70%) dient te worden besteed tegen het einde van 2022, om op die manier de relance vaart te geven. Daarnaast trekken de lidstaten, naast de Europese middelen, vaak nog eigen middelen uit. Tot nu hebben alle lidstaten (onze noorderburen uitgezonderd, wegens geen actieve regering) een plan ingediend bij de Europese Commissie. 22 plannen werden ondertussen goedgekeurd en er werd al meer dan 50 miljard euro uitgekeerd als voorfinanciering.
Het Herstelplan, met het coronaherstelfonds als belangrijkste onderdeel, verschilt op verschillende manieren van de reguliere uitgaven van de Unie. Het bevat een aantal expliciete doelstellingen waaronder een klimaatdoelstelling (37%) die hoger ligt dan voor het reguliere budget (30%). Ook het profiel van de uitgaven verschilt fundamenteel. Het reguliere budget bestaat nog steeds voor het grootste deel uit oude prioriteiten, waaronder 1/3de landbouw en 1/3de cohesiebeleid. Dankzij de inbreng van het herstelplan komt het totale budget voor de komende jaren (samen meer dan 2000 miljard) voor 56% bestaan uit toekomstgerichte prioriteiten, zoals innovatie, onderzoek en ontwikkeling en onderwijs.
Voor het coronaherstelfonds geldt bovendien dat de middelen wel al aan de lidstaten zijn toebedeeld, maar dat de uitbetaling is gebonden aan het behalen van mijlpalen en doelstellingen. De handhaving van deze afspraken is cruciaal voor het welslagen van het fonds. Naast investeringen hebben de lidstaten immers ook plechtig beloofd om hervormingen door te voeren. Dat het de Commissie menens is over deze hervormingen, is erg duidelijk. Loutere intenties om over te gaan tot hervormingen zullen niet volstaan, waarschuwt men. Het valt af te wachten welke invloed de dynamiek onder de lidstaten zelf zal hebben op die strenge voornemens. De grote landen hebben zich bewust onthouden van commentaar over elkaars plannen, en we weten allemaal hoe het andere afspraken in het verleden is vergaan.
Zo is het maar de vraag wat er bijvoorbeeld gaat gebeuren als er een nieuwe regering aantreedt die een verregaande hervorming terugdraait of maar gedeeltelijk uitvoert. Welke betalingen zullen dan worden ingehouden? Wat is de maatstaf voor de waardering? En worden alle lidstaten welk op gelijke voet behandeld? De hamvraag blijft natuurlijk waarom er zoveel weerstand is, en waarom er financiële stimuli nodig zijn om structurele hervormingen door te voeren die op zichzelf al voordelig zouden zijn. Het onvermogen van sommige lidstaten om zich aan te passen wordt met het herstelplan misschien op een perverse manier bestendigd.
Ik hoor ook stemmen opgaan, bijvoorbeeld bij gewezen fractieleider Guy Verhofstadt, om de middelen structureel te verankeren in het Europese budget. Dat is niet meer of minder dan een zoveelste doorzichtige poging om tot "meer Europa" te komen. Kunnen we voor één keer niet eens gewoon streven naar "beter" in plaats van "meer"? Het Herstelfonds is er gekomen om de socio-economische gevolgen van de pandemie op te vangen, en het succes daarvan kan en mag enkel daaraan afgemeten worden. Punt.
De inzet van het herstelplan is groot. De risico's zijn dat ook, niet in het minst voor de reputatie van de Unie. Verschillende instanties zoals het Europees Openbaar Ministerie (EPPO), de anti-fraude dienst OLAF, Eurojust en Europol hebben reeds uitvoerig gewaarschuwd voor de verhoogde risico's op corruptie, fraude en belangenconflicten die het herstelplan met zich meebrengt. De middelen die sommige landen in de komende jaren zullen besteden zijn immers buitengewoon groot. Bovendien valt de Commissie voor de controle op de uitgaven voor een groot stuk terug op de medewerking van de lidstaten zelf. Dat lijkt niet meteen een waterdichte aanpak.
We hebben in het verleden best wel wat grote schandalen gehad over de besteding van Europees geld. Dergelijk oneigenlijk gebruik van middelen uit het Herstelfonds is niet ondenkbaar, en het zou verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de steun van lidstaten aan het Europese project. Een correcte besteding van deze middelen een absolute basisvoorwaarde. Europa kan met deze herstelplannen bewijzen dat het potent genoeg is om de gevolgen van de crisis krachtig en efficiënt op te vangen, en er zelfs sterker uit te komen. Ik hoop -oprecht- dat we binnen enkele jaren niet geconfronteerd worden met halfbakken resultaten die veel geld gekost hebben.