Dat de geschiedenis zich geregeld herhaalt, is een waarheid die ook geldt in de economie. Met de florerende Moderne Monetaire Theorie (MMT) komt het scenario van wat gebeurde met de General Theory van John Maynard Keynes terug voor de geest. In volle Grote Depressie reikte Keynes in 1936 met zijn General Theory de beleidslijnen aan om die desastreuze depressie te keren. Vervolgens rekten zijn volgelingen, de keynesianen, de aanbevelingen van Keynes op tot een handleiding voor het continue management van de economie, vooral via de sturing door de overheid van de globale vraag in de economie.
Keynes zelf stond erg afkerig tegenover die interpretatie van zijn analyse, zoals blijkt uit diverse opmerkingen die hij in zijn laatste levensjaren formuleerde. Keynes stierf vroegtijdig in 1946. Hij was zich beter dan eender wie bewust van het feit dat in tegenstelling tot wat de titel General Theory deed vermoeden, de beleidsconclusies en -aanbevelingen uit het boek pasten bij de specifieke kenmerken van een specifieke situatie, en dat was de Grote Depressie van de jaren 1930.
Uiteindelijk bleek die aanpak van de keynesianen niet vol te houden. De drang om de economie constant bij te sturen via vooral budgettair beleid leidde uiteindelijk tot stagflatie, het gelijktijdig opduiken van toenemende inflatie en oplopende werkloosheid. We deden er wel bijna een halve eeuw over vooraleer het inzicht echt doordrong dat wat de originele keynesianen propageerden geen steek hield en ons economisch van de klaveren naar de biezen bracht.