Dat de geschiedenis zich geregeld herhaalt, is een waarheid die ook geldt in de economie. Met de florerende Moderne Monetaire Theorie (MMT) komt het scenario van wat gebeurde met de General Theory van John Maynard Keynes terug voor de geest. In volle Grote Depressie reikte Keynes in 1936 met zijn General Theory de beleidslijnen aan om die desastreuze depressie te keren. Vervolgens rekten zijn volgelingen, de keynesianen, de aanbevelingen van Keynes op tot een handleiding voor het continue management van de economie, vooral via de sturing door de overheid van de globale vraag in de economie.

Keynes zelf stond erg afkerig tegenover die interpretatie van zijn analyse, zoals blijkt uit diverse opmerkingen die hij in zijn laatste levensjaren formuleerde. Keynes stierf vroegtijdig in 1946. Hij was zich beter dan eender wie bewust van het feit dat in tegenstelling tot wat de titel General Theory deed vermoeden, de beleidsconclusies en -aanbevelingen uit het boek pasten bij de specifieke kenmerken van een specifieke situatie, en dat was de Grote Depressie van de jaren 1930.

Uiteindelijk bleek die aanpak van de keynesianen niet vol te houden. De drang om de economie constant bij te sturen via vooral budgettair beleid leidde uiteindelijk tot stagflatie, het gelijktijdig opduiken van toenemende inflatie en oplopende werkloosheid. We deden er wel bijna een halve eeuw over vooraleer het inzicht echt doordrong dat wat de originele keynesianen propageerden geen steek hield en ons economisch van de klaveren naar de biezen bracht.

Pandemie

Een soortgelijk scenario valt nu te ontwaren met de MMT, vooral belichaamd door de Amerikaanse econome Stephanie Kelton in haar boek The Deficit Myth (2020). Net zoals de keynesianen deden in het zog van hun lichtend voorbeeld, proberen Kelton en haar aanhangers nu de recente ervaringen met monetair en budgettair beleid op te rekken naar een algemeen geldende theorie voor dat beleid. De MMT-adepten duwen daarbij volkomen naar de achtergrond dat de recente ervaring met monetair en budgettair beleid zich ontrolde in uiterst uitzonderlijke omstandigheden, namelijk in het kader van een economie die ongezien zwaar getroffen werd door de COVID-19-pandemie.

In die dramatische omstandigheden was het logisch en hoogst wenselijk dat zowel budgettair als monetair alle registers open getrokken werden om een desastreuze implosie van het financieel-economische systeem te voorkomen. Maar nu de pandemie gaandeweg onder controle geraakt, is het stilaan tijd om zowel monetair als budgettair terug te schakelen. Niet doen, zo verkondigen evenwel Kelton en de MMT-aanhangers. De crisisrecepten kunnen rustig verder blijven gehanteerd worden.

Volgens de MMT-leer doen overheidstekorten en overheidsschuld niet echt ter zake voor landen die een eigen munt hebben, zoals bijvoorbeeld de VS en de eurozone. De enige rem voor hen is inflatie. Als die opduikt, moeten de belastingen verhoogd worden om alzo de prijsstijgingen af te remmen. Binnen deze leer is de overheid ook niet gebonden aan restricties om voor volledige tewerkstelling te zorgen.

Die theorie is onzin. Als u mij niet gelooft, luister dan naar economen als Olivier Blanchard en Paul Krugman, die dezelfde terminologie gebruiken. Zowel Blanchard als Krugman behoort tot de economen die pleiten voor verregaande overheidsinitiatieven en een actieve rol voor de overheid in de stabilisering van economieën. Maar ook zij passen dus voor het MMT-verhaal.

Inflatie bestrijden

Uit de waslijst van kritieken op het MMT-sprookje pik ik de belangrijkste eruit. Inflatie bestrijden, zo leert de ervaring, gebeurt het meest adequaat via een verstrenging van het monetaire beleid. Tracht je dat te doen met belastingverhogingen, dan is de kans groot dat het niet lukt en bovendien is de kostprijs in termen van gederfde groei en jobvernietiging groot. Ook gaan de MMT’ers voorbij aan het feit dat ongebreidelde geldcreatie altijd en overal aanleiding geeft tot speculatieve uitspattingen en dus financiële instabiliteit. Vastgoedprijzen die de pan uit rijzen, artificieel opgefokte aandelenkoersen, onzinnige fusies en overnames, bitcoinwaanzin, het hoort allemaal en onvermijdelijk bij het doortrekken van de MMT-lijnen.

Keynes zag zijn erfenis verkwanseld door zijn volgelingen. Centrale bankiers deden tijdens de financiële crisis van 2008 en tijdens de pandemie wat ze moesten doen. Dat beleid gewoon blijven doortrekken is echter een garantie op instabiliteit en nog grotere problemen in de toekomst. Hopelijk doen we er geen halve eeuw over om in te zien dat de Moderne Monetaire Theorie eigenlijk moderne hocus pocus is.

Onderwerpen