Minstens 40 procent minder uitstoot van broeikasgassen tegen 2030. Dat doel had Europa zich gesteld, en om het te bereiken is de voorbije legislatuur een hele batterij aan wetgeving goedgekeurd die nu in de lidstaten volop in de praktijk wordt gebracht.
Om zich van de nodige politieke steun te verzekeren zwoer Commissievoorzitster Ursula von der Leyen in de aanloop naar haar aanstelling een dure groene eed: de klimaatdoelstellingen voor 2030 zouden fors worden verhoogd naar een uitstootvermindering van 50 tot 55 procent. Daarbovenop wil Europa tegen 2050 klimaatneutraal zijn. Woensdag kondigde von der Leyen in haar eerste State of the Union aan dat minstens 55 procent haalbaar is.
De milieucommissie van het Europees Parlement wil nog een stap verder gaan, naar een uitstootdaling van 60 procent tegen 2030. Daarnaast vindt een meerderheid van de parlementsleden ook dat klimaatneutraliteit tegen 2050 niet alleen op Europees niveau moet worden bereikt, maar ook door elke individuele lidstaat. En zo zijn we terechtgekomen in een vicieus opbod. The sky is the limit.
Uiteraard moet de Europese Unie investeren in een duurzame transitie, en vanzelfsprekend kan ze daarin een voortrekkersrol spelen. Het is evenwel evident dat de maatregelen voor meer duurzaamheid maximaal deel moeten uitmaken van het herstelbeleid.
Sta mij dan ook toe enkele kanttekeningen te plaatsen bij de aankondigingspolitiek van de Commissie.
Excuses
Hoe zit het met de onderbouw en de cijfers? De impactbeoordeling voor de verhoging naar minstens 55 procent uitstootvermindering hebben wij nog niet gezien. Bovendien zitten we door de de economische schokgolf - veroorzaakt door de coronapandemie - in een nieuwe realiteit. Ik stel me de vraag of en op welke manier de Commissie de enorme sociaal-economische impact van de pandemie in rekening heeft genomen? Is het door Covid-19 zwaar gehavende sociaal-economisch weefsel in staat om de torenhoge uitstootambities te dragen?
Ten tweede blijven de concrete maatregelen om die verhoogde ambitie waar te maken erg vaag. Daarenboven wordt geen rekening gehouden met de specifieke context van dichtbevolkte industrie- en energie-intensieve regio’s zoals Vlaanderen. Ik betwijfel zeer of een zo'n ‘one size fits all’-aanpak de Europese Unie en de lidstaten deugd zal doen.
En dan hebben we het nog niet gehad over de financiering van de Green Deal, want die is verre van rond. In het akkoord dat in juli op een Europese top over de meerjarenbegroting gesloten werd, werd ook ongelukkig gesnoeid in de innovatiebudgetten, terwijl daar net oplossingen te vinden zijn voor de klimaatuitdagingen. Commissaris Frans Timmermans heeft zich daarvoor al verontschuldigd. Hopelijk blijft het niet bij excuses.
Ten vierde blijven bepaalde taboes overeind. Wij steunen het doel van klimaatneutraliteit op Europees niveau. Het is evenwel duidelijk dat dat onbereikbaar is zonder kernenergie. Kernenergie is na waterkracht globaal gezien de tweede grootste bron van koolstofarme elektriciteitsproductie. Het is een illusie dat we in België ambitieuze klimaatdoelen kunnen halen zonder kernenergie. Hetzelfde voor biotechnologie: nieuwe toepassingen kunnen bijdragen tot meer klimaatbestendige gewassen, maar in Europa durven we de vruchten van Europese innovatie blijkbaar niet te plukken.
Dat alles is een gevaarlijke cocktail die ons een fikse kater kan bezorgen. En het wordt er niet beter op als we verder kijken dan de Europese grenzen. Als de rest van de wereld niet meewil, dan worden de klimaatplannen een slag in het water. Europa is naïef als het denkt dat mogendheden als Rusland, India, de Verenigde Staten en China zomaar zijn goede voorbeeld zullen volgen. Om het met de woorden van de Chinese leiders te zeggen: ‘We zullen het eens bekijken.’ Daar sta je dan straks, als voortrekker, met forse concurrentiële nadelen. Fier, en gehavend.
Rommelige winkel
Het lijkt er almaar meer op dat de Europese instellingen niet in staat zijn om verder te kijken dan de eigen navel, en de geopolitieke factoren uit het oog verliezen. Als je ambitie hebt, dan moet je zeker zijn van je zaak en een onderbouwd plan hebben dat ook anderen kan overtuigen. Dat is er niet. Achter de mooie vitrine schuilt een rommelige winkel.
De sleutel tot succes ligt in een realistische en betaalbare aanpak die duurzame, competitieve groei en welvaart mogelijk maakt. Er is geen draagvlak voor een beleid van opoffering, voor een groot stuk opgedrongen vanuit puur ideologisch perspectief.