De economie van de eurozone kromp onder de mokerslagen van de coronapandemie met meer dan 15 procent in de eerste helft van dit jaar. Na schuchtere tekenen van herstel in mei, juni en juli ging het in augustus weer bergaf, zowel in de eurozone als in de Verenigde Staten en zelfs in China. De hoop op een V-herstel, een scherpe neergang gevolgd door een forse herneming, mag definitief worden begraven. Het zal vallen en opstaan blijven afhankelijk van het pandemieverloop, van de genomen overheidsmaatregelen en van de impact van beide op het gemoed en de verwachtingen van consumenten, producenten en investeerders.
Terwijl de economische en sociale malaise eerder uitdiept dan keert, heerst een vreemdsoortige euforie op de financiële markten. Hoe anders kan je typeren dat de economie van de VS in het tweede kwartaal met bijna 10 procent wegzakte, terwijl de S&P-beursindex 20 procent steeg? Sommigen zien een verklaring voor die schizofrene realiteit in het fenomeen van de techbedrijven à la Apple, Google en Amazon. De structurele veranderingen opgedrongen door de coronapandemie zouden de vraag naar hun producten en diensten enorm opgedreven hebben. Hun toekomstperspectieven zien er daardoor nog rooskleuriger uit dan voordien. De nieuwe ontwikkelingen bij hen zullen op termijn in het hele economische bestel een positieve impact ressorteren.
Centrale banken
De realiteit is en blijft dat vooral de acties van de centrale banken de merkwaardige euforie op de financiële markten veroorzaken. Fed-topman Jay Powell, ECB-voorzitster Christine Lagarde en de meeste andere centrale bankiers laten er niet de minste twijfel over bestaan dat ze hun beleid van erg lage, zelfs negatieve beleidsrentes en ongebreidelde interventies op de geld- en kapitaalmarkten niet alleen zolang als nodig voorzetten, maar zelfs niet zullen aarzelen nog een of meerdere interventietandjes bij te steken. De ongemeen heftige storm die zich medio maart voordeed in de Amerikaanse obligatiemarkt, dé hoeksteen van het wereldwijde monetair systeem, joeg velen, inclusief centrale bankiers, de stuipen op het lijf.
Die consistente boodschap van ’s werelds leidende centrale bankiers valt bij investeerders, beleggers en speculanten niet in dovemansoren. In een krant als Financial Times lees je haast dagelijks berichten van beleggers die zich 'veilig voelen' door het beleid van de centrale banken. Kondigen die banken aan dat ze ook massaal bedrijfsobligaties zullen aankopen? Allen daarheen dan, want wie haalt zijn neus op voor mooie rendementen als het risico afgedekt wordt door koopgrage centrale banken? Van de weeromstuit nemen ondernemingen, vooral maar niet alleen Amerikaanse, massaal schuld op, want de beleggingsgekte drukt uiteraard de rente op nieuwe schuld. De leverage (schuld/eigen vermogen) in het systeem stijgt letterlijk met de dag, net als het risico op incidenten.
Het resultaat van dat monetaire beleid is dat het risicobesef compleet verdwijnt uit de markten. Dat ondermijnt de meest wezenlijke en maatschappelijk productieve functie van geld- en kapitaalmarkten: de efficiënte toewijzing en aanwending van kapitalen.
Als je over die en andere negatieve neveneffecten van dit post-modernistische monetaire beleid - zoals een slappe productiviteitsevolutie, meer ongelijkheid, meer zeepbellen en meer flagrante fraude - doorpraat met centrale bankiers, blijkt al gauw dat de meesten die escalerende euvels van hun beleid onderkennen. But what else can we do?, volgt dan steevast als wankel argument. Ook blijkt uit zulke gesprekken onveranderlijk dat de centrale bankiers zelf nagenoeg compleet in het duisternis tasten over waar het met dit beleid verder heen moet. Het is een illusie te denken dat er een groot masterplan bestaat dat stap voor stap minutieus uitgevoerd wordt. Nee, het is elke dag aftasten en met toegeknepen billen eventuele verdere stappen zetten.
Dat nieuwe financiële stormen zullen opsteken, staat als een paal boven water. Maar niet alleen op het monetaire front gaan we een moeilijke en hete herfst tegemoet, ook politieke overheden staan voor erg delicate beslissingsmomenten. De maatregelen om ondernemingen en de tewerkstelling massaal te ondersteunen met zware budgettaire injecties waren absoluut noodzakelijk, maar moeten worden afgebouwd. Dat moet fijngevoelig en voorzichtig gebeuren. Maar daarvoor bestaat geen beproefd draaiboek, het zal trial-and-error worden. Schakelt men te vroeg, dan dreigt een nieuwe scherpe terugval. Wacht men te lang, dan bestendigt men tewerkstelling en ondernemingsactiviteit die in het postcoronatijdperk geen plaats meer kunnen hebben.