Op deze plek had evengoed een interview met de gouverneur van de Nationale Bank kunnen staan. Toen de N-VA in 2014 in de federale regering stapte, ging de naam Johan Van Overtveldt (66) ook voor die job over de tongen. Hij werd uiteindelijk minister van Financiën. Maar de econoom heeft die vier stormachtige jaren goed gebruikt om zijn ervaringen met de Europese Centrale Bank (ECB) uitgebreid te documenteren, blijkt uit zijn tiende boek.
‘The Mystic Hand’ opent met een liftgesprek uit 2017 met de toenmalig ECB-topman Mario Draghi. Daarin uit de politicus zijn bedenkingen bij het lagerentebeleid van de ECB en kaatst de bankier terug dat het net ruimte creëert voor de politiek om structurele hervormingen te doen.
Vijf jaar later is Van Overtveldt, die Draghi omschrijft als een briljante bankier met een machiavellistisch trekje, meer dan ooit overtuigd van zijn gelijk. “Het monetair beleid heeft de politiek net gemakzuchtig gemaakt. Waarom nog een electorale opdoffer riskeren voor pijnlijke hervormingen als de ECB maar gas blijft geven? Bij begrotingsbesprekingen op Hertoginnedal heb ik die vraag meermaals horen stellen. Dat heeft er samen met het feit dat CD&V op de rem stond toe geleid dat de arbeidsmarkthervormingen van de regering-Michel niet ver genoeg zijn gegaan.”
Van Overtveldt kan in geuren en kleuren vertellen over de cryptische zinnetjes van de Fed-bazen Alan Greenspan en Paul Volcker en de heksentoeren van Ben Bernanke, Jean-Claude Trichet en Draghi in de financiële crisis. En over hoe centraal bankiers - ondanks alle gedweep met hun goddelijke ingrepen - soms ook maar wat doen. Maar met de terugkeer van inflatie en de druk op de rentes staat er een olifant in de kamer. Voor het Europees Parlementslid is dat het bewijs dat zijn voornaamste kritiek op de ECB en de Federal Reserve - dat ze niet snel genoeg terugkeren naar een normaal monetair beleid - uitkomt.
U uit die kritiek al jaren. Maar u moet toch toegeven dat de voorspelde gevolgen van het opkoop- en rentebeleid heel lang zijn uitgebleven?
Johan Van Overtveldt: ‘Niet akkoord. U hebt gelijk dat we tot nu geen inflatie hadden gezien bij goederen en diensten. Maar des te meer bij vastgoed, aandelen en activa als kunst en oldtimers. Dat leidde tot de creatie van bubbels, maar vooral tot een stijgende ongelijkheid. Jonge mensen hebben het vandaag veel moeilijker om een huis te kopen dan in mijn tijd. Daarnaast zijn er tal van andere fenomenen die zich samenpakken en potentieel gevaarlijk zijn. De totale schuld in de wereld bedraagt 300 procent van het mondiale bruto binnenlands product. Dat leidt tot het fenomeen van zombiebedrijven, die alleen nog overleven omdat ze gratis geld krijgen.’
Zat er dan iets anders op dan de geldkraan opendraaien bij het uitbreken van de coronacrisis? Het alternatief was dat duizenden bedrijven over de kop zouden gaan.
Van Overtveldt: ‘Ik ben het daarmee eens. Ook na de financiële crisis zat er niets anders op. Zowel de Fed als de ECB heeft toen straffe dingen gedaan om de economie te redden, maar ze zijn allebei veel te lang doorgegaan met die lage rentes. Vervolgens is corona gekomen en moesten de centrale banken opnieuw pompen. Hadden ze de rentes tussentijds meer verhoogd, dan was er meer marge geweest. Vandaar: zelfs als de huidige ECB-voorzitter Christine Lagarde gelijk zou hebben dat de inflatie tijdelijk is - wat ik niet geloof - dan nog zou ik de rentes verhogen. Want zo creëer je opnieuw beleidsruimte voor een volgende crisis.’
Van de lidstaten die na corona vol schulden zitten, zal die druk niet komen.
Van Overtveldt: ‘Ik kan me inderdaad niet van de indruk ontdoen dat Lagarde zich door politieke objectieven op korte termijn laat leiden, ja. Het is evident dat een stijging van de rentevoeten een ravage zou aanrichten in de begroting. Maar je mag ook niet onderschatten dat we in België - en dat is een van de zaken waarop ik nog altijd fier ben - de looptijd van de schuld wel aanzienlijk hebben verlengd. Dat vertraagt de impact van een rentestijging zeker met twee jaar. Wat landen wel onmiddellijk zullen voelen, is dat de dividenden van de nationale banken dalen.’
Bent u zo streng voor Lagarde omdat ze geen econome is of omdat ze uit Frankrijk komt?
Van Overtveldt: (lacht) ‘Versta me niet verkeerd: ik had een goede relatie met haar tijdens de eurocrisis. Als IMF-topvrouw heeft ze dat heel goed gedaan. En dat ze naar de gevolgen voor begrotingen en schulden kijkt, is niet onlogisch. Maar ooit moeten we wel eens uit die vicieuze cirkel geraken. We houden de rente laag omdat de markten anders in paniek slaan en de begrotingen ontsporen. Maar intussen hebben we gigantische begrotingstekorten en schulden, waardoor die markten nog gevoeliger worden en de ruimte om iets te doen nog verkleint. Op den duur zit je compleet gevangen en kan je evengoed zeggen: ‘We sluiten de boetiek en gaan op automatische piloot door met dit beleid.’
U denkt dus dat de inflatie een blijver is?
Van Overtveldt: ‘Op basis van de geldomloop durf ik te zeggen dat het structureel wordt, ja. Vooral omdat de groei stilvalt.’
De energieprijzen dalen vanaf de lente.
Van Overtveldt: ‘Weet u wanneer er inflatie is? Als iedereen over inflatie spreekt. Want op dat moment begint iedereen zijn gedrag aan te passen. En krijg je bedrijfsleiders die redeneren: ‘Ik verhoog mijn prijzen niet met 3 maar met 8 procent, want de rest doet het ook.’’
Voka vraagt een nieuwe indexsprong, nu de inflatie de loonkosten doet toenemen. Is dat een terechte eis? De loonwet van de regering-Michel moest toch excessieve stijgingen compenseren?
Van Overtveldt: ‘Eerst zien of de Vivaldi-regering de loonwet correct gaat toepassen. Maar ik pleit vandaag zeker niet voor een indexsprong. De omstandigheden zijn totaal anders dan toen we die in 2015 deden. Er is te veel onzekerheid bij de gezinnen. Je kan beter de werkgeversbijdragen verlagen.’
U wilt de begroting helemaal op hol doen slaan?
Van Overtveldt: ‘Laat het competitiviteitsverlies zijn werk doen en de begroting zal er nog slechter aan toe zijn. De Leuvense professor economie Joep Konings heeft op mijn vraag zijn berekeningen over de loonhandicap met de buurlanden geactualiseerd. Als de kloof met 1 procent toeneemt, kost dat 10.000 à 12.000 jobs. Met wat we nu zien, is een verslechtering met 5 procent een feit.’
In Duitsland gaan de lonen toch stijgen?
Van Overtveldt: ‘Dat blijkt nu al erg relatief. IG Metal, de toonaangevende vakbond, is in de loononderhandelingen gestapt met een eis van 5 of 6 procent. Na een week onderhandelen wordt een akkoord gesloten over een stijging met 2,8 procent. Dat is nog niet de helft van de inflatie.’
Is het zo’n ramp als er banen sneuvelen? Honderden bedrijven krijgen hun vacatures niet ingevuld.
Van Overtveldt: ‘Ik snap uw opmerking. Maar vergeet dan ook maar de verbetering van de begroting. Als ik in die vier jaar als minister één ding heb geleerd, is het dat je de begroting alleen structureel op orde krijgt als de tewerkstellingsgraad landelijk naar minstens 75 procent gaat. 1 procentpunt extra tewerkstelling is 1,5 miljard euro op de begroting.’