De economische neergang als gevolg van de coronapandemie zal diep en hard zijn. Aan die conclusie valt niet meer te ontkomen. De krimp zal zeker groter uitvallen dan wat we na de grote financiële crisis van 2008 over ons heen kregen. Zijn er in zulke omstandigheden altijd ontiegelijk veel verliezers, dan komen er zelfs uit een zeer diepe crisis ook altijd winnaars tevoorschijn. De eerste tekenen van wie die winnaars gaan zijn, krijgen al vrij duidelijk vorm.

Terwijl de meeste ondernemingen zich in toenemende financiële ademnood bevinden, kunnen internationale topondernemingen van vooral Amerikaanse origine blijkbaar zonder problemen enorme bedragen ophalen op de wereldwijde obligatiemarkten. Zo meldde Financial Times enkele dagen geleden dat een select groepje van dergelijke ondernemingen, waaronder Disney, Pfizer en Warren Buffetts Berkshire Hathaway, in de loop van de maand maart zomaar eventjes 250 miljard dollar ophaalden via de uitgifte van obligaties. Contact met investeringsbankiers leert dat die 'dash for cash’ vanwege dergelijke bedrijven in april onverminderd doorgaat.

Cash

Naar de redenen waarom die bedrijven zo massaal geld ophalen, is het niet lang zoeken. Ten eerste is in een crisisperiode cash altijd king. In zulke momenten wordt de grens tussen liquiditeitsproblemen en levensbedreigende problemen heel snel heel dun. Zich maximaal met cash indekken tegen wat zich de komende weken en maanden nog allemaal kan voordoen, is de prioriteit op nagenoeg elke lijst van bedrijfsprioriteiten.

Ten tweede beschikken die Amerikaanse topbedrijven dankzij die cashvoorraden en meestal ook nog eens belangrijke kredietlijnen bij de grootbanken meteen ook over een forse oorlogskas. In Europa krijgen in bepaalde landen een aantal (vooral grote) bedrijven spontaan belangrijke kredietlijnen onder gedeeltelijke staatsgarantie toegestopt, wat de oorlogskas evenzeer aandikt.

Aan de andere kant zullen wereldwijd gigantisch veel bedrijven en bedrijfjes, als ze al overleven, erg verzwakt uit deze crisis komen. Dat geldt in de eerste plaats voor groeibedrijven, die meestal niet over de sterkste balansstructuur beschikken en cashmatig heel snel kopje onder gaan. En dat zijn net de pareltjes waar de grote jongens maar al te graag hun oog op laten vallen. Voor hen is de jacht op bijzonder lucratieve solden langzaam maar zeker open.

Nu of nooit

Om te beletten dat ook in ons land de kroonjuwelen onder de ondernemingen al te makkelijk in die solden terechtkomen, moeten onze overheden alle registers ter ondersteuning van het bedrijfsleven opentrekken. Het is nu of nooit. De Vlaamse regering nam vorige week in dat verband belangrijke maatregelen, zoals premies, waarborgen, en achtergestelde leningen. Nauwgezette opvolging van het resultaat van die ingrepen is noodzakelijk, zeker nu uit gegevens van de Nationale Bank blijkt dat al bijna de helft van onze ondernemingen in financiële ademnood zit. Dat aantal zal de komende weken alleen maar toenemen.

Het federale maatregelenpakket baart ondertussen zorgen. Blijkbaar zijn de onderhandelingen over het fameuze garantiemechanisme van 50 miljard nog steeds bezig. Dat is gezien de extreme urgentie redelijk hallucinant. Bovendien blijkt de zogenaamde firstlossclausule - van de eerste 2,5 miljard verliezen moeten de banken upfront 2 miljard voor hun rekening nemen - hoe langer hoe meer een rem op de verhoogde kredietverlening, die absoluut noodzakelijk is om ons sociaal-economisch weefsel zo goed mogelijk in stand te houden. Gebrek aan doortastende actie vandaag zal ons nog lang zuur opbreken.

Onderwerpen