Liefst een derde van het volledige EU-budget vloeit naar landbouw, en toch vechten meerdere Vlaamse boeren om het hoofd boven water te houden. Eén op de vier Vlaamse boeren leeft zelfs onder de armoedegrens en één op zeven lijdt verlies. De N-VA-parlementsleden willen dan ook dat landbouwers meer marktmacht verwerven. Sofie Joosen: “Het oprichten van producentenorganisaties kan een belangrijke stap voorwaarts zijn. We moeten dit als overheid ondersteunen en vereenvoudigen”, vertelt ze.
Producentenorganisaties
De landbouwsector bestaat vooral uit versplinterde kleine familiebedrijven. Ze bevinden zich vaak in een zwakke onderhandelingspositie tegenover sterke, grote leverancier- en afnemersbedrijven. Door dit gebrek aan marktmacht verliezen ze inkomsten. Om die scheve machtsverhouding recht te trekken, moeten landbouwers zich kunnen verenigen. Dat kan onder een erkende producentenorganisatie. Zo kunnen landbouwers samen afspraken maken, de krachten bundelen en sterker staan tijdens onderhandelingen.
Het mag van Europa
Het Europese mededingingsbeleid, dat normaal kartelvorming verbiedt, staat deze uitzondering binnen het landbouwbeleid toe. Dat onderzocht Geert Bourgeois en werd bevestigd door Eurocommissaris voor Mededinging Margrethe Vestager. Zij erkende dat boeren die de uitzondering benutten, effectief betere prijzen krijgen voor hun producten. Bij veel landbouwers is die uitzondering niet gekend. Volgens Johan Van Overtveldt zou dit ook positieve gevolgen hebben voor het Europese budget. “Gezien de druk op het budget is het een kwestie van tijd eer Europese landbouwsubsidies in gedrang komen. Door meer marktmacht aan de landbouwer te geven, creëren we meer budgettaire ruimte.”
En Vlaanderen?
De parlementsleden roepen Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) op om via sensibiliseringscampagnes de oprichting van landbouwproducentenorganisaties te promoten en de administratieve lasten te verlagen om zulke organisaties op te richten. Dat zou kunnen met zogenaamde de-minimissteun ter waarde van 25.000 euro.