Een eerste belangrijk akkoord omhelst het langverwachte toekomstplan voor Defensie. Daarin is 9,2 miljard euro voorzien voor investeringen in alle onderdelen van ons leger: land-, lucht- en zeemacht, maar ook (cyber)intelligence. Zo moet tegen 2030 de aankoop van 34 gevechtsvliegtuigen rond zijn. Daarvan zouden de eerste exemplaren al tussen 2023 en 2028 geleverd worden. Daarnaast investeert het leger in twee fregatten, zes mijnenjagers en zes drones. “De afgelopen decennia daalde het defensiebudget voortdurend. Vandaag maken we een historische kentering en investeren we opnieuw in de toekomst van onze krijgsmacht”, zegt minister van Defensie Steven Vandeput.
Een slanker en jonger leger
Tegen 2030 wil Vandeput het personeelsbestand bij Defensie verder afslanken, van 32.000 naar 25.000 voltijdse manschappen. Tegelijk moet de gemiddelde leeftijd dalen van 40 naar ongeveer 34 jaar. “We kiezen voor een slankere en jongere organisatie, met een aangepast, modern personeelsbeleid en -statuut”, aldus de minister, die voorts de vorming en het kennismanagement binnen de organisatie wil versterken. “Ook in onze opdracht is er een verschuiving, naar ondersteunende missies en conflictpreventie”, merkt hij op. “Een overheid moet niet alles willen doen, maar zich focussen op haar kerntaken en die verantwoordelijk, efficiënt en kostenbewust uitoefenen.”
Eindelijk meer blauw op straat
Ook over de kerntaken van de politie bereikten de federale ministers een akkoord. Deze regering wil meer blauw op straat, waar en wanneer nodig. Ook wil ze meer middelen en capaciteit kunnen inzetten voor prioritaire taken. Daarom krijgt de politie er de komende jaren op het terrein 2.500 extra manschappen bij, waaronder een nieuw korps van 1.660 man dat specifiek zal instaan voor bewakings- en beschermingsopdrachten. Dat nieuwe korps, dat onder de federale politie valt, zal vooral bestaan uit personeel dat overkomt van Defensie en Justitie. De lokale en de federale politie krijgen dan weer 450 en 400 extra mensen erbij, respectievelijk voor snelle lokale interventies dichtbij de burger en voor een harde aanpak in prioritaire domeinen, zoals de strijd tegen zware criminaliteit en terrorisme en het versterken van de wegpolitie.